cornelis-hout-logo
cornelis-hout-logo

Eiken gevelbekleding plaatsen

Overzicht

We krijgen vaak de vraag hoe eiken gevelbekleding het best geplaatst wordt. Met de uitleg hieronder proberen we daar een zo goed mogelijk antwoord op te geven.
 

Eikenhout werkt: Geef voldoende speling


In de eerste plaats is het belangrijk om te weten dat eikenhout werkt. Dat betekent dat de eiken planken gaan uitzetten en krimpen. De oorzaak hiervan is terug te vinden bij de oorsprong van het hout. Bomen nemen een enorme hoeveelheid vocht op om te overleven. Elke plank heeft dus een bepaald vochtgehalte.

Het houtvochtgehalte of vochtpercentage wordt als volgt gedefinieerd:


Houtvochtgehalte = ((mn-m0)/m0) x 100


mn: massa van het natte hout

m0: massa van het droge hout.
 

Bij elke verandering van het houtvochtgehalte onder 30% treedt er een maatverandering (krimp/zwelling) op.


Hoe komt het dan dat het houtvochtgehalte van planken nog verandert en er maatverandering optreedt? Elke plank gaat net zoals een spons proberen in evenwicht te blijven met de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur van de omgeving. Aangezien de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur gedurende het jaar door variëren gaan de planken steeds opzoek naar een nieuw evenwichtsvochtgehalte. In deze constante zoektocht naar het veranderende evenwichtsvochtgehalte gaat de plank dus werken. Krimpen wanneer het evenwichtsvochtgehalte van de omgeving lager ligt dan het huidige vochtgehalte en zwellen wanneer het evenwichtsvochtgehalte van de omgeving hoger ligt dan het vochtgehalte dan het huidige.


Belangrijk bij het plaatsen van eiken gevelbekleding is dus dat er rekening wordt gehouden met het werken van de planken. Dit kan opgevangen worden door voldoende speling te geven tussen de planken (in breedte-richting). Hoeveel speling moet er dan gegeven worden?  Hier bestaat er geen eenduidig antwoord op omdat dit, zoals hierboven uitgelegd, afhankelijk is van 3 variabelen:
 

  1. Het huidige vochtgehalte van de plank. Dit kan gemeten worden met een vochtigheidsmeter. In het algemeen worden onze planken natuurlijk gedroogd tot tussen 15-20%. Bij uitzondering laten we deze artificieel drogen tot 18%. Het kan zijn dat er planken zijn die bij het drogen of bij een droge zomer een vochtgehalte hebben van kleiner dan 15%. Daarom is het altijd aangewezen deze na te meten.
     
  2. De evolutie van temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad. Hiervan moet een inschatting gemaakt worden van de extremen voor de locatie waar de bekleding gaat geplaatst worden. Op de site van het KMI kan hier heel veel informatie over terug gevonden worden: https://www.meteo.be/nl/weer/verwachtingen/weermodel-alaro/relatieve-vochtigheid

Om vervolgens een idee te krijgen van de mogelijke maatveranderingen die kunnen optreden bij het huidige vochtgehalte en bij de extremen van de relatieve luchtvochtigheid kan je gebruik maken van de twee calculators op de site van houtinfobois.be: https://www.houtinfobois.be/nl/technische-informatie/de-materialen/water-en-hout/

Met de eerste calculator kan je de evenwichtsvochtgehaltes berekenen van de extremen (relatieve luchtvochtigheid en temperatuur) die je gevonden hebt.


Neem nu bv. een extreem vochtige dag in Januari met een temperatuur van 0°C en een relatieve vochtigheid van 99%.  Het evenwichtsvochtgehalte waar de plank naar zal streven zal dan 27.91% bedragen. Hetzelfde kan je doen voor een extreem droge dag in de zomer.


Vervolgens kan je kijken welk effect dit zal hebben op de maatverandering van de plank door gebruik te maken van de 2e calculator op de site van houtinfobois.be.


Eerst geef je aan hoe de groeiringen van de planken georiënteerd zijn, tangentieel of radiaal. In de praktijk zal de waarheid er vaak tussen liggen, dus we raden aan om beiden eens te bereken. Tangentieel is wel het meest voorkomend.
 

 


Vervolgens geef je aan wat de huidige dekkende breedte is van de plank. Dit kan nagemeten worden met een meter.


De volgende stap is dat je opgeeft wat het huidige vochtgehalte is van de plank. Zoals hierboven verteld kan dit gemeten worden met een vochtigheidsmeter.


In de voorlaatste stap kan je de eindvochtigheid opgeven. Dit zijn de evenwichtsvochtgehaltes die gevonden zijn bij de extremen met de eerste calculator.


Tot slot selecteer je nog “Eikenhout, Europees – Amerikaans”.


Als je dan op “berekenen” klikt verkrijg je de maatverandering van de eiken plank bij de opgegeven waarden.


Bv. Een eiken plank van 150mm dekkende breedte, een vochtigheidsgraad van 18% en tangentiaal georiënteerde groeiringen. Deze zal bij een temperatuur van 0°C en 99% relatieve luchtvochtigheid, waarbij we met de eerste calculator op een evenwichtsvochtgehalte van 27.91% uitkwamen, 3.79mm zwellen. Heeft deze plank in dezelfde omstandigheden aanvankelijk maar 13% vochtgehalte dan zal deze plank met 5.7mm zwellen.


Door met deze calculators te spelen kan je dus een goede inschatting maken van de mogelijke maatveranderingen van de planken en de speling tussen de planken hierop afstemmen.

Extra factoren waarmee rekening dient gehouden te worden is of gevel aan regenkant staat of niet. Indien dit het geval is raden we aan een extra veiligheidsfactor, speling, in rekening te brengen.
 

Nagelen of vijzen schroeven?

 

Nagelen met schietpistool of vijzen schroeven? Beide methodes klaren de klus en zijn afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Nagelen met schietpistool zal het snelst en gemakkelijkst zijn maar is de minder aangewezen optie. Planken die met vijzen vastgeschroefd zijn zullen steviger bevestigd zijn en is de aan te raden optie. Bij het schroeven raden we aan de plank voor te boren alvorens de vijs te schroeven anders riskeer je dat de plank uitscheurt.

 

 

 

We krijgen vaak de vraag hoe eiken gevelbekleding het best geplaatst wordt. Met de uitleg hieronder proberen we daar een zo goed mogelijk antwoord op te geven.
 

Eikenhout werkt: Geef voldoende speling


In de eerste plaats is het belangrijk om te weten dat eikenhout werkt. Dat betekent dat de eiken planken gaan uitzetten en krimpen. De oorzaak hiervan is terug te vinden bij de oorsprong van het hout. Bomen nemen een enorme hoeveelheid vocht op om te overleven. Elke plank heeft dus een bepaald vochtgehalte.

Het houtvochtgehalte of vochtpercentage wordt als volgt gedefinieerd:


Houtvochtgehalte = ((mn-m0)/m0) x 100


mn: massa van het natte hout

m0: massa van het droge hout.
 

Bij elke verandering van het houtvochtgehalte onder 30% treedt er een maatverandering (krimp/zwelling) op.


Hoe komt het dan dat het houtvochtgehalte van planken nog verandert en er maatverandering optreedt? Elke plank gaat net zoals een spons proberen in evenwicht te blijven met de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur van de omgeving. Aangezien de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur gedurende het jaar door variëren gaan de planken steeds opzoek naar een nieuw evenwichtsvochtgehalte. In deze constante zoektocht naar het veranderende evenwichtsvochtgehalte gaat de plank dus werken. Krimpen wanneer het evenwichtsvochtgehalte van de omgeving lager ligt dan het huidige vochtgehalte en zwellen wanneer het evenwichtsvochtgehalte van de omgeving hoger ligt dan het vochtgehalte dan het huidige.


Belangrijk bij het plaatsen van eiken gevelbekleding is dus dat er rekening wordt gehouden met het werken van de planken. Dit kan opgevangen worden door voldoende speling te geven tussen de planken (in breedte-richting). Hoeveel speling moet er dan gegeven worden?  Hier bestaat er geen eenduidig antwoord op omdat dit, zoals hierboven uitgelegd, afhankelijk is van 3 variabelen:
 

  1. Het huidige vochtgehalte van de plank. Dit kan gemeten worden met een vochtigheidsmeter. In het algemeen worden onze planken natuurlijk gedroogd tot tussen 15-20%. Bij uitzondering laten we deze artificieel drogen tot 18%. Het kan zijn dat er planken zijn die bij het drogen of bij een droge zomer een vochtgehalte hebben van kleiner dan 15%. Daarom is het altijd aangewezen deze na te meten.
     
  2. De evolutie van temperatuur en relatieve vochtigheidsgraad. Hiervan moet een inschatting gemaakt worden van de extremen voor de locatie waar de bekleding gaat geplaatst worden. Op de site van het KMI kan hier heel veel informatie over terug gevonden worden: https://www.meteo.be/nl/weer/verwachtingen/weermodel-alaro/relatieve-vochtigheid

Om vervolgens een idee te krijgen van de mogelijke maatveranderingen die kunnen optreden bij het huidige vochtgehalte en bij de extremen van de relatieve luchtvochtigheid kan je gebruik maken van de twee calculators op de site van houtinfobois.be: https://www.houtinfobois.be/nl/technische-informatie/de-materialen/water-en-hout/

Met de eerste calculator kan je de evenwichtsvochtgehaltes berekenen van de extremen (relatieve luchtvochtigheid en temperatuur) die je gevonden hebt.


Neem nu bv. een extreem vochtige dag in Januari met een temperatuur van 0°C en een relatieve vochtigheid van 99%.  Het evenwichtsvochtgehalte waar de plank naar zal streven zal dan 27.91% bedragen. Hetzelfde kan je doen voor een extreem droge dag in de zomer.


Vervolgens kan je kijken welk effect dit zal hebben op de maatverandering van de plank door gebruik te maken van de 2e calculator op de site van houtinfobois.be.


Eerst geef je aan hoe de groeiringen van de planken georiënteerd zijn, tangentieel of radiaal. In de praktijk zal de waarheid er vaak tussen liggen, dus we raden aan om beiden eens te bereken. Tangentieel is wel het meest voorkomend.
 

 


Vervolgens geef je aan wat de huidige dekkende breedte is van de plank. Dit kan nagemeten worden met een meter.


De volgende stap is dat je opgeeft wat het huidige vochtgehalte is van de plank. Zoals hierboven verteld kan dit gemeten worden met een vochtigheidsmeter.


In de voorlaatste stap kan je de eindvochtigheid opgeven. Dit zijn de evenwichtsvochtgehaltes die gevonden zijn bij de extremen met de eerste calculator.


Tot slot selecteer je nog “Eikenhout, Europees – Amerikaans”.


Als je dan op “berekenen” klikt verkrijg je de maatverandering van de eiken plank bij de opgegeven waarden.


Bv. Een eiken plank van 150mm dekkende breedte, een vochtigheidsgraad van 18% en tangentiaal georiënteerde groeiringen. Deze zal bij een temperatuur van 0°C en 99% relatieve luchtvochtigheid, waarbij we met de eerste calculator op een evenwichtsvochtgehalte van 27.91% uitkwamen, 3.79mm zwellen. Heeft deze plank in dezelfde omstandigheden aanvankelijk maar 13% vochtgehalte dan zal deze plank met 5.7mm zwellen.


Door met deze calculators te spelen kan je dus een goede inschatting maken van de mogelijke maatveranderingen van de planken en de speling tussen de planken hierop afstemmen.

Extra factoren waarmee rekening dient gehouden te worden is of gevel aan regenkant staat of niet. Indien dit het geval is raden we aan een extra veiligheidsfactor, speling, in rekening te brengen.
 

Nagelen of vijzen schroeven?

 

Nagelen met schietpistool of vijzen schroeven? Beide methodes klaren de klus en zijn afhankelijk van persoonlijke voorkeur. Nagelen met schietpistool zal het snelst en gemakkelijkst zijn maar is de minder aangewezen optie. Planken die met vijzen vastgeschroefd zijn zullen steviger bevestigd zijn en is de aan te raden optie. Bij het schroeven raden we aan de plank voor te boren alvorens de vijs te schroeven anders riskeer je dat de plank uitscheurt.

 

 

 

Overzicht